Belijdenis en bekering
English | vorig hoofdstuk | volgend hoofdstuk | naar Hoofdlijnen
De Bijbel zegt het steeds weer dat de mens zijn eigen weg gaat (Jesaja 53:6), voortdurend zondigt en derft Gods heerlijkheid (Romeinen 3:23) en moet terugkeren daar waar hij behoort te zijn (Johannes 10:2). Jezus is met ontferming bewogen over hen die geen herder hebben (Marcus 6:34).
Alle mensen moeten hun zonden belijden (1 Johannes 1:9, Jakobus 5:16, Matteüs 3:6) en zich bekeren (Matteüs 4:17, Marcus 6:12, Handelingen 17:30) wat betekent zich afwenden van ongehoorzaamheid/zelfgerichtheid en zich nederig wenden tot God. Dit is noodzakelijk om vergeving, redding en gerechtigheid in Christus te ontvangen.
De Bijbel zegt het steeds weer dat de mens zijn eigen weg gaat (Jesaja 53:6), voortdurend zondigt en derft Gods heerlijkheid (Romeinen 3:23) en moet terugkeren daar waar hij behoort te zijn (Johannes 10:2). Jezus is met ontferming bewogen over hen die geen herder hebben (Marcus 6:34).
Alle mensen moeten hun zonden belijden (1 Johannes 1:9, Jakobus 5:16, Matteüs 3:6) en zich bekeren (Matteüs 4:17, Marcus 6:12, Handelingen 17:30) wat betekent zich afwenden van ongehoorzaamheid/zelfgerichtheid en zich nederig wenden tot God. Dit is noodzakelijk om vergeving, redding en gerechtigheid in Christus te ontvangen.