Theologische systemen

English | vorig hoofdstuk | volgend hoofdstuk | naar Hoofdlijnen

Drie hoofdsystemen van de christelijke theologie proberen de relatie te verklaren tussen Gods soevereiniteit cq volledige controle cq predestinatie cq onweerstaanbare genade en de verantwoordelijkheid van de mens cq vrije wil in het geval van verlossing. Deze drie systemen worden calvinisme, arminianisme en molinisme genoemd. Het calvinisme is vernoemd naar Johannes Calvijn, een Franse theoloog die leefde van 1509-1564. Het arminianisme is vernoemd naar Jacobus Arminius, een Nederlandse theoloog die leefde van 1560-1609. Het molinisme is vernoemd naar de Spaanse Jezuïet Luis de Molina (1535-1600). Calvinisme versus arminianisme kan worden samengevat met vijf punten:

1. Verdorvenheid
Het calvinisme houdt vast aan de totale verdorvenheid van de mens, terwijl het arminianisme vasthoudt aan gedeeltelijke verdorvenheid. De calvinistische doctrine van totale verdorvenheid stelt dat elk aspect van de mensheid door de zonde wordt verdorven; daarom zijn mensen niet in staat om uit zichzelf tot God te komen. Gedeeltelijke verdorvenheid stelt dat elk aspect van de mensheid bezoedeld is door zonde, maar niet in die mate dat menselijke wezens niet in staat zijn om uit eigen beweging geloof in God te stellen. Opmerking: het klassieke arminianisme verwerpt "gedeeltelijke verdorvenheid" en houdt een opvatting die zeer dicht bij calvinistische "totale verdorvenheid" ligt (hoewel de omvang en betekenis van die verdorvenheid in Arminiaanse kringen worden besproken). Over het algemeen geloven Arminianen dat er een "tussentoestand" is tussen totale verdorvenheid en verlossing. In deze staat, mogelijk gemaakt door voorafgaande genade, wordt de zondaar tot Christus aangetrokken en heeft hij het door God gegeven vermogen om verlossing te kiezen.

2. Verkiezing
Calvinisme omvat het geloof dat uitverkiezing onvoorwaardelijk is, terwijl arminianisme gelooft in voorwaardelijke verkiezing. Onvoorwaardelijke uitverkiezing is de opvatting dat God individuen uitkiest om gered te worden, volledig gebaseerd op Zijn wil, niet op iets dat inherent waardig is aan het individu. Voorwaardelijke verkiezing stelt dat God individuen tot verlossing kiest op basis van Zijn voorkennis van wie in Christus tot redding zal geloven, en daarbij op voorwaarde dat het individu God kiest.

3. Verzoening
Het calvinisme ziet de verzoening als beperkt, terwijl het arminianisme het als onbegrensd ziet. Dit is het meest controversiële van de vijf punten. Beperkte verzoening is het geloof dat Jezus alleen stierf voor de uitverkorenen. Onbeperkte verzoening is het geloof dat Jezus voor iedereen stierf, maar dat Zijn dood niet effectief is totdat iemand Hem door geloof ontvangt.

4. Weerstand
Calvinisme omvat het geloof dat Gods genade onweerstaanbaar is, terwijl arminianisme zegt dat een individu de genade van God kan weerstaan. Onweerstaanbare genade betoogt dat wanneer God iemand tot redding roept, die persoon onvermijdelijk tot redding zal komen. Weerbarstige genade stelt dat God allen tot zaligheid roept, maar dat veel mensen zich verzetten en deze oproep afwijzen.

5. Doorzettingsvermogen
Het calvinisme houdt vast aan het doorzettingsvermogen van de heiligen, terwijl het arminianisme vasthoudt aan voorwaardelijke verlossing. Volharding van de heiligen verwijst naar het concept dat een persoon die door God is uitverkoren, in geloof zal volharden en Christus niet permanent zal verloochenen of zich van Hem zal afkeren. Voorwaardelijke verlossing is de opvatting dat een gelovige in Christus zich uit vrije wil van Christus kan afkeren en daardoor de zaligheid kan verliezen. Opmerking - veel Arminianen ontkennen "voorwaardelijke redding" en houden in plaats daarvan vast aan "eeuwige zekerheid".

Dus, in het calvinisme versus arminianisme debat, wie heeft er gelijk? Het is interessant om op te merken dat er in de diversiteit van het lichaam van Christus allerlei mengsels van calvinisme en arminianisme zijn. Er zijn vijfpunts calvinisten en vijfpuntsarminianen, en tegelijkertijd driepunts calvinisten en tweepuntsarminianen. Veel gelovigen komen tot een soort mengeling van de twee opvattingen. Uiteindelijk falen beide systemen in die zin dat ze het onverklaarbare proberen te verklaren. Mensen zijn niet in staat om een concept als dit volledig te begrijpen. Ja, God is absoluut soeverein (almachtig) en kent alles (alwetend). Ja, mensen zijn geroepen om een oprechte beslissing te nemen om geloof in Christus te stellen tot zaligheid. Deze twee feiten lijken ons tegenstrijdig, maar in de geest van God zijn ze volkomen logisch. Het molinisme probeert de tegenstellingen te verzoenen en vindt daar bijbelse voorbeelden voor.

Denominaties in de Calvinistische/gereformeerde traditie 
Continentaal gereformeerd, presbyteriaans, evangelisch anglicaans, congregationalistisch en gereformeerd baptist.

Denominaties in de Arminiaanse traditie 
Evangelicals, Pinksteren/Assemblies of God, Baptist, Kerk van de Nazarener, Methodist.

Persoonlijke overtuiging
Ik, Ed, ben een Arminiaanse evangelical. Op het vijfde punt ben ik ervan overtuigd dat wanneer iemand die tot wedergeboorte komt zich naderhand kan afkeren van God, maar dat God die persoon niet afwijst. Redding is redding, die niet kan worden teruggedraaid, althans niet van Gods kant. Zo'n persoon heeft dan wel veel uit te leggen bij de rechterstoel van Christus.