Drie-eenheid

English | vorig hoofdstuk | volgend hoofdstuk | naar Hoofdlijnen

De Drie-eenheid is één God bestaande in drie Personen. Begrijp goed dat dit op geen enkele manier drie Goden suggereert. Houd tijdens je studie in gedachte dat het woord Drie-eenheid niet in de Schrift voorkomt.  Het woord Drie-eenheid wordt gebruikt als poging de drie-enige God te beschrijven; drie naast elkaar bestaande eeuwige Personen die samen één God zijn. Belangrijk is dat het concept gerepresenteerd met het woord Drie-eenheid wel degelijk bestaat in de Schrift. Het volgende in de Bijbel wordt gezegd over de Drie-eenheid:
  • Er is slechts één God (Deuteronomium 6:4; 1 Korinthiërs 8:4; Galaten 3:20; 1 Timoteüs 2:5).
  • De Drie-eenheid bestaat in drie Personen (Genesis 1:1, 26; 3:22; 11:7; Jesaja 6:8, 48:16, 61:1; Matteüs 3:16-17, 28:19; 2 Korinthiërs 13:14). In Genesis1:1 wordt het Hebreeuwse meervoudig zelfstandig naamwoord "Elohim" gebruikt. In Genesis 1:26, 3:22,11:7 en Jesaja 6:8, wordt het meervoudig voornaamwoord "ons" gebruikt. Het woord "Elohim" en het voornaamwoord "ons" zijn meervoudig, dus zeker in de Hebreeuwse taal refererende naar meer dan twee. Hoewel dit niet een expliciet argument voor de Drie-eenheid vormt, is het toch een aanduiding voor het aspect van meervoudigheid van God. Het Hebreeuwse woord voor God "Elohim" staat het concept van de Drie-eenheid toe. In Jesaja 48:16 en 61:1 spreekt de Zoon over de Vader en de Heilige Geest. Vergelijk Jesaja 61:1 met Lukas 4:14-19 om te zien dat de Zoon aan het woord is. Matteüs 3:16-17 beschrijft de gebeurtenis van Jezus' doop. We zien in deze passage dat God de Heilige Geest neerdaalt op God de Zoon terwijl God de Vader Zijn welbehagen in de Zoon uitroept. Matteüs28:19 en 2 Korinthiërs13:14 zijn voorbeelden van de drie Personen in de Drie-eenheid.
  • Ieder lid van de Drie-eenheid is God. De Vader is God (Johannes 6:27; Romeinen1:7; 1 Petrus 1:2). De Zoon is God (Johannes 1:1, 14; Romeinen 9:5; Kolossenzen 2:9; Hebreeën 1:8; 1 Johannes 5:20). En de Heilige Geest is God (Handelingen 5:3-4; 1 Korinthiërs3:16).
De genade van de Heer Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen (2 Korinthiërs 13:14).